zondag 8 december 2013

Godfried Bomans

"Wij zijn alle ballingen, levend binnen de lijsten van een vreemd schilderij.
Wie dit weet, leeft groot. De overige zijn insecten."
x 
Godfried Bomans, 1940



Godfried Jan Arnold Bomans (Den Haag, 2 maart 1913 – Bloemendaal, 22 december 1971) was een Nederlandse schrijver, columnist en mediapersoonlijkheid.
Bomans was vele jaren de meest gelezen schrijver van Nederland. Hij heeft meer dan 60 boeken en vele andere geschriften op zijn naam staan. Hij heeft tijdens zijn leven weinig officiële erkenning gekregen, in ieder geval niet in de vorm van een literaire prijs. De literaire kritiek weet nog altijd niet goed wat ze met hem aan moet.

Aan de Bierkade te Den Haag laat Godfried Bomans op 2 maart 1913 voor het eerst van zich horen. Maar het gezin Bomans verhuist een half jaar later naar Haarlem. In deze stad hangt nog de damp van de negentiende eeuw, die Bomans volledig in zich opneemt. Schrijvend en sprekend herschept hij Haarlem mettertijd naar zijn beeld en gelijkenis. Haarlem verandert in ‘Bomansstad’. Bomans lijkt daardoor een typische Haarlemmer. Hij zegt er zelfs geboren te zijn.
Bomans krijgt een strenge opvoeding. Hij schrijft daarover: "Het voordeel van een Spartaanse en gevoelsarme opvoeding is dat alles later meevalt en steeds feestelijker wordt, maar het nadeel is ook niet mis. Je houdt je hele leven de trekken van een jongetje dat lief gevonden wil worden". Zijn strenge en afstandelijke opvoeding bepaalt mede zijn ontwikkeling.
Ook het rooms-katholieke geloof is van invloed. Bomans bewaart goede herinneringen aan de kerkelijke geborgenheid. Een geborgenheid die hij ook in zijn latere leven zal blijven zoeken. Nochtans verzet hij zich tegen het gezagsgetrouw aannemen van zaken die tegen het gezond verstand indruisen. In zijn laatste levensjaren maakt hij zich de tolk van het katholieke volksdeel door hun problemen helder te verwoorden en die tot juiste proporties terug te brengen.
Reeds in zijn schooltijd heeft Bomans literaire belangstelling; is redacteur van diverse schoolkranten en publiceert korte verhalen. In 1932 schrijft hij het kolderdrama Bloed en liefde, dat in 1937 uitgegeven zal worden. Het is een aanzet tot de karakteristieke ‘Bomansiaanse humor’, die met ironie en komisch aandoende archaïsmen bestaande genres als sprookje, melodrama, biografie en detectiveverhaal parodieert. De opvoering in de Jans Schouwburg te Haarlem is een triomf. Ook nu nog is het stuk een topper bij amateurtoneelgezelschappen.
In 1933 gaat Bomans rechten studeren te Amsterdam, haalt zijn kandidaats en wordt redacteur van het rooms-katholieke studentenblad De Dijk en later van het anti-paapse Propria Cures. In De Dijk publiceert hij gedichten, kritieken en korte verhalen. Enkele verhalen beschrijven de herinneringen van een oud-minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen. Zij leiden tot zijn erkende literaire debuut: De memoires of gedenkschriften van Mr. P. Bas, dat december 1936 in boekvorm verschijnt. Invloeden van Charles Dickens en Hildebrand (Camera Obscura) zijn onmiskenbaar aanwezig.
De studie rechten en het leven in Amsterdam bevallen hem niet. De sfeer is te kil, niet knus genoeg. In 1939 vertrekt hij naar Nijmegen teneinde daar wijsbegeerte en psychologie te gaan studeren. Ondanks de eerste oorlogsjaren voelt hij zich in deze ‘katholieke’ stad meteen thuis. Hij leert daar zijn echtgenote kennen en schrijft er zijn meest succesvolle boek Erik of het klein insectenboek in (eind) 1940. In 1941 waren er 9 herdrukken (!) en het boek wordt meer dan een halve eeuw later nog verkocht, door een drieënvijftigste druk. Van het boek zijn diverse vertalingen gemaakt. In 1943 moet Bomans zijn studie opgeven omdat de universiteit haar poorten sluit, wegens de Duitse bezetting. Hij keert naar Haarlem terug. 
Vanaf 1946 publiceert Bomans met grote regelmaat ( Sprookjes, Kopstukken, Buitelingen). Het succes is groot, hetgeen vooral te danken is aan zijn humoristische en daardoor relativerende benadering van maatschappelijke problemen. Men gaat gebukt onder de nasleep van de oorlog, maar Bomans stemt weer tot vrolijkheid. "Humor is overwonnen droefheid", zegt hij.
Als radio en televisie hem vragen in programma's op te treden, neemt hij deze verzoeken graag aan. Allengs wordt hij een 'bekende Nederlander'. De daaraan verbonden nadelen treden echter ook op. Men dringt onophoudelijk aan en Bomans kan geen 'nee' zeggen. In 1971 bivakkeert Bomans op uitnodiging van VARA en AVRO een week alleen op het onbewoond waddeneiland Rottumerplaat, reist Vlaanderen rond om bekende Vlamingen te interviewen voor de BRT, gaat naar Engeland op zoek naar spoken voor de NCRV, houdt een vraaggesprek (zijn laatste!) met Johan Cruyff, blijft dagelijks schrijven.De vermoeienissen eisen echter hun tol. Op 22 december 1971 overlijdt Godfried Bomans aan de gevolgen van een hartaanval.

Hij heeft dan meer dan 60 boektitels op zijn naam staan en is bijzonder populair - maar niet alom. De letterkundigen verwijten hem oppervlakkigheid en de personages zijn te veel type. Bomans heeft dan ook nimmer een literaire prijs gekregen, hoewel zijn stijl en formuleerkunst buiten kijf staan. Simon Carmiggelt zei eens: "Bomans is een groot schrijver, maar je mag het alleen niet hardop zeggen".
In januari 2007 maakte het Letterkundig Museum in Den Haag echter bekend dat Bomans opgenomen was in het canon van de honderd grootste Nederlandstalige schrijvers.
Bomans was in ieder geval veelzijdig, had vele gezichten en speelde allerlei rollen. Het valt nauwelijks uit te maken of hij een humorist was die ernstig wilde zijn, of een ernstig mens die voor humorist speelde. Humor is in elk geval wèl een van zijn opvallendste kenmerken



Geen opmerkingen:

Een reactie posten